De naam "Mauritius"
Mauritius is een zelfstandige republiek in de Indische Oceaan, bestaande uit verschillende eilanden. Het land ligt circa 855 km ten oosten van Madagaskar en circa 1800 km ten oosten van het vasteland van Afrika. Mauritius wordt gerekend tot de Afrikaanse landen.
Tot de Republiek Mauritius (Engels: Republic of Mauritius, Frans: République de Maurice, Creools: Repiblik Moris) behoren de eilanden Mauritius (1.864 km²), Rodrigues (109 km²), Agalega-eilanden en de Cargados Carajos (St. Brandon), die binnen het Britse Gemenebest ook wel de Lesser Dependencies genoemd worden en samen slechts 71 km² groot zijn.
Mauritius, Rodrigues en het eiland Réunion vormen tezamen de Mascarenen, vernoemd naar de Portugese ontdekkingsreiziger Pedro Mascarenhas, een van de eersten die voet aan wal zetten op Mauritius.
De hoofdstad Port Louis werd in 1735 door de Fransen gesticht en werd genoemd naar de Franse koning Lodewijk XV.
Geschiedenis
Er zijn aanwijzingen dat de Arabieren rond het jaar 1000 al van het bestaan van het eiland wisten. De Portugezen komt echter de eer toe van de eerste landing op Mauritius, begin 16e eeuw; ze noemden het 'Cirne' (= Zwaan) en het bleek onbewoond te zijn. De Portugezen gebruikten het eiland als tussenstop op de route naar Zuid- en Oost-Azië, maar vestigden zich er niet.
Het eiland bleef dus onbewoond, tot het in 1598 op beperkte schaal gekoloniseerd werd door Nederlandse zeelieden onder leiding van Wybrand van Warwijck. Hij noemde het naar de toenmalige stadhouder Maurits graaf van Nassau, de latere prins van Oranje. De Nederlanders ontdekten de unieke inheemse dodo, een loopvogel, ook wel walgvogel genoemd. In de zeventiende eeuw is de dodo, die gemakkelijk te vangen was, uitgestorven. Er resten alleen tekeningen en delen van het skelet van het dier. Ook de reuzenschildpad en het ebbenhout zijn van het eiland verdwenen.
Het eiland werd vanaf 1638 als tussenstation gebruikt, toen het fort Frederik Hendrik was gebouwd, maar echte kolonisatie van Nederlands-Mauritius wilde niet erg vlotten. Jaarlijks kwam een schip met een aflossing van de manschappen en nieuwe voorraad aan. Simon van der Stel ontwikkelde met succes de suikerteelt; nog altijd vormt de export van suiker een zeer belangrijke bron van inkomsten voor het eiland. Verder werden geiten, apen, ratten, honden en herten binnengebracht. Tot dan kwamen op het eiland geen zoogdieren voor, behalve vleermuizen.
In 1695 werd het eiland zwaar getroffen door een orkaan die de toch al wankele economie van de kolonie deed ineenstorten. De VOC zag er niet veel heil in opnieuw in het eiland te investeren.
In 1810 werd het door de Britten veroverd, voornamelijk omdat het door kapers in Franse dienst werd gebruikt tegen Britse schepen. De Britten noemden het eiland weer 'Mauritius' (Brits-Mauritius) en gaven er het predicaat 'Kroonkolonie' aan. Het eiland werd in 1814 bij de Vrede van Parijs officieel ingelijfd bij het Verenigd Koninkrijk. In 1835 schaften de Britten de slavernij af en, zoals in veel andere van hun koloniën, rekruteerden zij, vooral uit Brits-Indië maar ook uit Maleisië en China, grote aantallen contractarbeiders ('koelies') ter vervanging van de slaven. Pas in 1968 verkreeg Mauritius onafhankelijkheid. Het bleef binnen het Gemenebest van Naties en behield de Britse koningin Elizabeth II als staatshoofd. Op 12 maart 1992 werd het land een parlementaire republiek.