Duitsers spreken Duits, Fransen spreken Frans, Nederlanders spreken Nederlands en Belgen spreken Frans… en Vlaams. Vlaams klinkt voor de meeste Nederlanders als een apart taaltje. Hoewel je het meeste wel zal kunnen verstaan, gebruiken onze onderburen toch wel aparte uitdrukkingen. Andersom is het net zo: De meeste Belgen zullen het Nederlands namelijk ook niet als plezant ervaren.
Wat is Vlaams?
Feitelijk is Vlaams ook gewoon Nederlands, maar enkel het Nederlands dat in België wordt gesproken. Je zou het als een dialect kunnen omschrijven, maar geheel correct is dat niet. Hoewel wij in Nederland Vlaams onder een dialect zouden plaatsen, valt het ook nog onder te verdelen in ‘sub dialecten’. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het Antwerps of West-Vlaams.
Het verschil
Hoewel wij onze buren over het algemeen kunnen verstaan, uitzonderingen daargelaten, en zij ons ook, zijn er toch wel veel verschillen tussen het Vlaams en Nederlands. Vooral het verschil in uitspraak kan niet onopgemerkt blijven. Zo spreken Belgen graag met een zachte ‘g’, terwijl we over het algemeen in Nederland gebruik maken van een hardere ‘g’. Toch kunnen we het Nederlands ook niet over een kam scheren, want in het zuiden van ons land, klinkt ook de zachte ‘g’.
Een andere opvallende nuance is dat de woorden in het Vlaams vaak neigen naar een Franse uitspraak, terwijl we in het Nederlands de Engelse uitspraak aanhouden bij leenwoorden. Natuurlijk zit er ook een wereld van verschil in de woordenschat tussen de twee talen. In Nederland trekken we onze schoenen aan, in België steken zij die aan. In Nederland laten we het onze vrienden weten als we veilig zijn aangekomen met de auto. In België zijn ze veilig aangereden met de auto. Daarnaast zal een dokter zijn patiënten in Nederland hechten, maar in België zullen ze de patiënt naaien. De omgangstaal in België klinkt Nederlanders erg beleefd in de oren. Zo gebruiken ze in België ‘u’ in een formeel gesprek, maar ‘ge’ bij informele aangelegenheden. Tutoyeren is in Nederland een stuk gebruikelijker.